Welke taken?
|
In de lagere school willen de kinderen hun leef- en omgevingswereld ontdekken. Wat rondom hen gebeurt spreekt hen aan en daar willen ze meer over leren.
Zich baserende op die gedachten, kan je als leerkracht een nieuwe differentiatievorm introduceren: het werken met WO-paketten. Elk WO-pakket bevat een aanbod van ongeveer twintig taken (waarvan vijf verplichte) voor die bepaalde week. Iedere taak is gekaderd in het thema van wereldoriëntatie. Deze taken sluiten nauw aan bij de basisleerstof van de klas en zijn vooral bestemd voor tempodifferentiatie. De WO-taken dienen boeiend, uitdagend en plezierig te zijn. Het grote voordeel van 'de WO-taken' is dat iedere taak bepaalde doelen bevat. Deze taken dienen niet als tijdsinvulling voor de leerlingen, maar er wordt aan wereldoriëntatie en andere vakgebieden (met integratie van WO) gewerkt. Zwakkere of tragere leerlingen zien de basisleerstof binnen de lessen Wereldoriëntatie. Snelle en sterkere werkers kunnen zich via de WO-taken gaan verdiepen en uitdagen. Wanneer jij als leerkracht nood hebt aan een moment voor een extra instructie, een remediëringsmoment voor bepaalde leerlingen, dan kan je de andere leerlingen aan de slag laten gaan met het WO-pakket. Belangrijk is om gedurende de week enkele momenten te organiseren waarbij alle leerlingen aan deze WO-taken mogen werken. |
Voorbeeld: 'de grote markt'
Bron: Artikel 'Differentiëren met WO-pakketten via contractwerk' - Gui Nijs
NIJS G. 'Differentiëren met WO-pakketten via contractwerk', 1995, Nr.26, pagina's 18-21