Tip
De manier waarop je een klas schikt in een graadklas, hangt af van welke werkvorm je hanteert. In de gewone klassikale lessen zullen leekrachten de klasgroep vaak opsplitsen in twee helften: links een leeftijdsgroep en rechts een leeftijdsgroep. Probeer afhankelijk van de werkvorm deze klasschikking te doorbreken. Zo vermijd je dat er 'twee aparte klasgroepen' in je klas zitten.
Gesplitste klasgroepen
Dit is de meest voorkomende klasindeling in een graadklas. Het grote voordeel van deze klasschikking is dat je aan elke groep apart les kan geven. Je staat als leerkracht dicht bij de groep waaraan je lesgeeft. Op die manier wordt de andere groep minder gestoord.
Gemengde klasgroep
Je kan er ook voor kiezen om de leerlingen door elkaar te mengen. Hierdoor bevorder je de sociale omgang binnen de klas en vormt de klas een eenheid.
Tip: als je voor deze klasschikking kiest, dan kan je gekleurde naamkaartjes op de banken plaatsen. Zo zie je duidelijk welk kind van welke leeftijdsgroep is.
Deze klasschikking hoeft niet permanent te zijn. Je kan hiervoor kiezen als jouw lesactiviteit hierbij aansluit. Bijvoorbeeld een lesactiviteit waarbij de oudere kinderen de jongere kinderen kunnen helpen (peer-tutoring) of een samenwerkingsactiviteit waarbij je vermijdt dat leerlingen altijd met dezelfde kinderen samenwerken.
Tip: als je voor deze klasschikking kiest, dan kan je gekleurde naamkaartjes op de banken plaatsen. Zo zie je duidelijk welk kind van welke leeftijdsgroep is.
Deze klasschikking hoeft niet permanent te zijn. Je kan hiervoor kiezen als jouw lesactiviteit hierbij aansluit. Bijvoorbeeld een lesactiviteit waarbij de oudere kinderen de jongere kinderen kunnen helpen (peer-tutoring) of een samenwerkingsactiviteit waarbij je vermijdt dat leerlingen altijd met dezelfde kinderen samenwerken.
Groepswerk
Wanneer je een gezamenlijk les aanbiedt en je kiest voor groepswerk, probeer dan te streven naar heterogene groepen.
Hierbij heb je opnieuw dezelfde voordelen:
Hierbij heb je opnieuw dezelfde voordelen:
- Leerlingen leren van elkaar.
- Je werkt aan sociale vaardigheden.
- Leerlingen werken niet altijd met dezelfde leerlingen samen.
Instructietafel 1
Wanneer je een instructie geeft aan één klasgroep, kan je gebruik maken van een instructietafel. De leerlingen komen rond de tafel staan of zitten. In een graadklas is dit goed te realiseren omdat de klasgroep uit een klein aantal leerlingen bestaat.
Door gebruik te maken van een instructietafel hou je deze kinderen erg betrokken en wordt de andere klasgroep minder afgeleid.
Je kan ervoor kiezen om deze vooraan in de klas te plaatsen. Het voordeel hiervan is dat je het bord optimaal kan benutten. Wanneer je de instructietafel achteraan zet, zorgt dit voor nog minder afleiding voor de andere klasgroep. Maar je zal een extra (mobiel) bord moeten voorzien.
Let op de praktische haalbaarheid van dit concept. Niet alle klassen zijn groot genoeg om dit te realiseren.
Door gebruik te maken van een instructietafel hou je deze kinderen erg betrokken en wordt de andere klasgroep minder afgeleid.
Je kan ervoor kiezen om deze vooraan in de klas te plaatsen. Het voordeel hiervan is dat je het bord optimaal kan benutten. Wanneer je de instructietafel achteraan zet, zorgt dit voor nog minder afleiding voor de andere klasgroep. Maar je zal een extra (mobiel) bord moeten voorzien.
Let op de praktische haalbaarheid van dit concept. Niet alle klassen zijn groot genoeg om dit te realiseren.
Bron: filmfragment 'Hoe werkt een graadklas?' - TV Klasse
(http://www.klasse.be/tvklasse/20423-Hoe-werkt-een-graadklas), geraadpleegd op 4 april 2013.
Instructietafel 2
Een andere manier van werken is het maken van een instructietafel in het midden van de klas. Dit kan één grote tafel zijn of afzonderlijke kleine tafeltjes tegen elkaar.
De leerlingen die aan deze tafel zitten, krijgen instructie van de leerkracht. Naast de instructie aan het bord, biedt dit ook de mogelijkheid om met concreet materiaal aan tafel te werken. De leerlingen die zelfstandig aan het werk zijn, zitten aan aparte tafeltjes (rode stoeltjes) rondom de instructietafel. Bij het wisselen van klasgroep, komen de leerlingen van de buitenste kring aan de instructietafel zitten en gaan de andere leerlingen zelfstandig aan het werk aan een tafeltje.
Het voordeel van deze klasschikking is dat je ze niet alleen kan gebruiken om aan iedere leeftijdsgroep apart instructie te geven, maar dat je ook op deze manier klassikaal kan lesgeven aan de volledige groep.
De leerlingen die aan deze tafel zitten, krijgen instructie van de leerkracht. Naast de instructie aan het bord, biedt dit ook de mogelijkheid om met concreet materiaal aan tafel te werken. De leerlingen die zelfstandig aan het werk zijn, zitten aan aparte tafeltjes (rode stoeltjes) rondom de instructietafel. Bij het wisselen van klasgroep, komen de leerlingen van de buitenste kring aan de instructietafel zitten en gaan de andere leerlingen zelfstandig aan het werk aan een tafeltje.
Het voordeel van deze klasschikking is dat je ze niet alleen kan gebruiken om aan iedere leeftijdsgroep apart instructie te geven, maar dat je ook op deze manier klassikaal kan lesgeven aan de volledige groep.
Bron: idee naar mevrouw Kaat Delrue
Apart werklokaaltje
Wanneer je dicht bij jouw klas een apart lokaaltje (refter, klas, kleine ruimte) ter beschikking hebt, kan je dit gebruiken voor zelfstandig werk. De leerlingen die individueel oefeningen maken, kunnen in deze ruimte in stilte gaan werken. Op die manier worden ze niet gestoord door de instructie van de andere klasgroep.
Kan je de leerlingen vertrouwen op hun zelfstandigheid?
Met behulp van een taakverdeling kan je de leerlingen tot zelfstandigheid laten komen. Je kan een leerling aanduiden als 'toezichter'. Hij controleert dat de leerlingen hun taak in stilte maken. Dit sluit niet uit dat leerlingen geen hulp mogen vragen vragen aan elkaar, maar ze blijven zich richten op de taak. Na het zelfstandig werk, kan 'de toezichter' verslag uitbrengen bij de leerkracht. Indien nodig kunnen er maatregelen worden getroffen. Zorg voor een systeem waarbij er telkens een andere leerling 'toezichter' is.
In heel wat Freinetscholen wordt hiervan gebruik gemaakt. In het begin is het wennen voor de leerlingen, maar na verloop van tijd is dit een gewoonte. Het aparte lokaaltje kan ook gebruikt worden voor groepswerken, terwijl de andere klas een instructie krijgt.
Kan je de leerlingen vertrouwen op hun zelfstandigheid?
Met behulp van een taakverdeling kan je de leerlingen tot zelfstandigheid laten komen. Je kan een leerling aanduiden als 'toezichter'. Hij controleert dat de leerlingen hun taak in stilte maken. Dit sluit niet uit dat leerlingen geen hulp mogen vragen vragen aan elkaar, maar ze blijven zich richten op de taak. Na het zelfstandig werk, kan 'de toezichter' verslag uitbrengen bij de leerkracht. Indien nodig kunnen er maatregelen worden getroffen. Zorg voor een systeem waarbij er telkens een andere leerling 'toezichter' is.
In heel wat Freinetscholen wordt hiervan gebruik gemaakt. In het begin is het wennen voor de leerlingen, maar na verloop van tijd is dit een gewoonte. Het aparte lokaaltje kan ook gebruikt worden voor groepswerken, terwijl de andere klas een instructie krijgt.
Bronnen:
- Freinetschool 'De Harp' Gent, juf Veerle.
- Leerling 6de leerjaar, VBS Wijnhuize.